Profile
Blog
Photos
Videos
Na alle zware indrukken die we in Phnom Penh hebben opgedaan reizen Maddy en ik naar Kratie, waar we met een Brits koppel de volgende ochtend, bij zonsopgang, op zoek gaan naar dolfijntjes in de Mekong. Ook al komen de dolfijnen amper boven de waterspiegel uit, vinden we het toch erg ontspannend en zijn we driftig op zoek naar het omhoog spuitende water die de aanwezigheid van een, twee of soms drie dolfijnen aangeeft.
Als we om 8 uur terug zijn bij het hotel staat de minivan al voor ons klaar en wordt er geamuseerd toegekeken hoe deze twee bleekscheten met hun veel te grote rugtassen in het busje klimmen. De drie mannen voorin, die blijkbaar allemaal voor het transportbedrijf werken, glimlachen breed naar ons. De dag van te voren zagen we bij verschillende bus-operatoren de volgende mededeling staan: "We place 4 people on a 3 person bench. If you want more space, you need to buy an extra ticket." Gelukkig worden wij door de heren voorin in de watten gelegd, en komt er niet eens een derde persoon naast ons op de bank zitten, maar zitten er voor ons wel 5 mensen op een rijtje. Halverwege lozen we de helft van de inzittenden en kan zowaar onze hele bank achterover gelegd worden. We maken een lunchstop en daar is Nouchka natuurlijk ook (die ik nu in Hue, Hoi An, Nha Trang, Ho Chi Minh, Phnom Penh en nu ergens tussen Kratie en Sen Monorom ben tegengekomen). We moeten lachen als we zien dat Nouchka met een groep Nederlanders, Belgen en Scandinaviers en nog zo'n 15 anderen in het busje gepropt zijn, waar 14 het aantal zitplaatsen is. Aan de achterkant van hun busje hangen twee scooters op hun kant (die ook af en toe over de grond schraapten), die weer ondersteuning bieden aan een paar gigantische dozen. De achterklep daarachter staat open en ook daar puilt het een en ander uit.
In Sen Monorom/Mondol Kiri is het rond de 28 graden, maar het voelt heerlijk koel in vergelijking met de 35 graden in Phnom Penh. 's Avonds drinken we een drankje en lopen weer terug naar ons guesthouse. Om deze te bereiken moeten we door het donker zo'n 2 kilometer teruglopen. Overal zijn honden. Die zijn overdag toch een stukje rustiger dan 's avonds. Gelukkig loopt er boven de normale weg een verlaten landingsbaan, waar we dankbaar gebruik van maken. We hebben in het donker echter moeite met het herkennen waar we zijn. We verlaten de landingsbaan en er komt een stel blaffende honden op ons afgerend. Als echte Cesar Millans proberen we kalm te blijven en vooral assertieve energie uit te stralen, maar dat lijkt de honden niets te doen. Gelukkig zien we twee mannen zitten met scooters. Misschien willen die ons even terug brengen. We vragen naar ons guesthouse en vermelden de bloeddorstige honden. De heren beginnen volgens keihard te lachen en zeggen dat ons guesthouse maar 20 meter verderop is en dat de honden waarschijnlijk niet zullen bijten. Ondanks de aggressief blaffende honden komen we inderdaad veilig terug, waar we wel vriendelijk begroet worden door de honden van de eigenaar.
De volgende dag gaan we trekken in de jungle. Met onze gids staan we aan de oever van de rivier. Hij kijkt er wat moeilijk naar en vertelt ons dan dat er eerst een boom overheen lag, maar die was weggespoeld. Dan moeten we er maar doorheen. De gids, die een halve kop kleiner is dan ik, brengt eerst in z'n onderbroek (minder kleren = minder weerstand) onze tassen naar de overkant en komt dan terug om ons te halen. "You can?" Vraagt hij nogmaal aan ons. "We try". Reageren wij. Gespannen ga eerst ik stapje voor stapje met de gids naar de overkant. Mijn sla ik om hem heen en hij houdt hem stevig vast. De rivierbodem is glibberig en de stroming sterk. Maar de gids loodst ons er doorheen. Eenmaal aan de overkant worden onze schoenen en broeken ingesmeerd met gif. Tegen de bloedzuigers. We lopen verder en na een tijdje slaakt Maddy een gilletje. Een paar bloedzuigers proberen door haar sok te komen. De gids kijkt er even naar en zegt dat het gif ze wel dood en dat we vooral door moeten lopen. Hij wijst om ons heen en we zien een leger van bloedzuigertjes op ons af kruipen. We zijn volledig omsingeld door de glibberige roodbruine, bloedzuigende, krieoelende wormpjes. Sneller dan ooit banjeren we dus verder. Nu zien we ze overal, op elke uitstekende tak staan de gretige beestjes klaar om zich vast te zuigen. Eenmaal uit de jungle-jungle, komen we op een soort grasveld terecht. Einde bloedzuigergebied. De gids die op slippers loopt, peutert met een stokje de wormpjes tussen z'n tenen uit. Wij halen ze van onze broeken en wandelschoenen. Op elke voet zitten er een stuk of 20. Gelukkig zijn de meesten al dood, maar ik heb nog een levende op m'n enkel gescoord en bij Maddy heeft er zich eentje onder haar voet weten te wringen. Gelukkig doet een beet geen pijn. We kunnen verder. Bij een waterval houden we pauze. Er zit al een groepje wandelaars te rusten. Een van hen is, misschien wel voorspelbaar, Nouchka.
Na de jungletocht komen we uitgeput weer terug in het guesthouse waar nou net de batterij van de douche stuk is. Kiezen we bewust een toko waar je warm kan douchen, is net de onze stuk. Maar de eigenaar, meneer Vibol, brengt ons twee flinke thermoskannen met warm water :)
- comments