Profile
Blog
Photos
Videos
Met chauffeur Madi rijden we van Hotel Breezes in Seminyak naar Nur Guesthouse in Ubud, een mooie rit van ongeveer anderhalf uur. Op de kaart kun je mooi zien hoe alle wegen van de grote vulkanen in het noorden als rivieren naar beneden lopen en samenkomen in de zuidelijke punt, waar Denpasar ligt. Wij rijden nu in omgekeerde richting.
De omgeving wordt een stuk groener, maar niet minder druk. Bali is vooral in het zuiden erg dichtbevolkt, nog meer dan de provincie Zuid-Holland. Daarnaast lijkt het hier drukker, doordat de Balinezen veel buiten zijn en intensief gebruikmaken van de smalle wegen, die niet zijn berekend op de huidige belasting. Vaak is de weg zo smal dat het lijkt alsof onze rechterspiegel die van een tegenligger gaat raken. Daarbij natuurlijk een constante zwerm van brommers. En honden die zich niets meer aantrekken van het verkeer. Halverwege onze rit wordt de stroom even onderbroken door een rouwstoet, die ons tegemoet snelwandelt - ze gaan echt heel rap; niet duidelijk of dat religieuze of verkeerstechnische redenen heeft.
Hotel Nur ligt op ongeveer vijfhonderd meter van de drukke weg en is lopend te bereiken via een smal voetpad. Plotseling wordt je omgeven door frisgroene rijstvelden. Je hoort geen brommers meer, maar slechts het gekwaak van eenden en het gekraai van een haan. Het hotel heeft een paar kleine authentiek ogende huisjes van donker hout en oranje dakpannen. Op TripAdvisor krijgt Nur gemiddeld een 9.7 en dat is volkomen terecht.
Ondanks het mooie hotel gaan we Ubud verkennen, ooit een gehucht van kunstenaars en artiesten en nu het centrum van een groot semi-ruraal gebied waar veertigduizend mensen wonen. We wandelen door de Jalan Raya Ubud, de hoofdstraat, langs een aantal galeries waar ze stenen en houten beelden verkopen, soms antiek. We lunchen ergens met een pittige Tom Yam (Thaise soep) en slaan rechtsaf.
Na ongeveer een kilometer komen we ongemerkt in het dorp Padangtegal, dat tegen Ubud is aangegroeid. Hier is het Mandala Suci Wenara Wana, wat je prima kunt vertalen als Heilige Apenheul. Missie van deze heilige plaats is om een omgeving te bieden die past in het Hindoeïstische principe van Tri Hata Karana: de drie wegen naar geluk, te weten harmonie tussen mensen onderling, harmonie tussen mens en natuur en harmonie tussen mens en God. Voor de meer dan honderdduizend toeristen die hier elk jaar komen is het vooral een prachtige jungle waar je heel schattige apen van dichtbij kunt bekijken. Er leven 1.500 makaken die helemaal gewend zijn geraakt aan menselijke aandacht.
Op de weg terug naar het hotel komen we langs een van de tientallen massagesalons, waar de masseurs buiten proberen klanten te werven. Een toeriste vraagt of ze ook een "spiritual healing" kan krijgen. "Hâh?" is de reactie van de masseuse, die kijkt alsof ze water ziet branden.
In de avond gaan we naar Café Lotus, wat geen café is maar een restaurant. We eten een kleine "rijsttafel" (zo heet het letterlijk) aan een vijver vol lotusbloemen met daarachter magnolia's en een prachtige tempel die doet denken aan Angkor What. Om half acht begint een mooie voorstelling van klassieke Balinese dans, compleet met rollende ogen en complexe handbewegingen. Het plaatje is esthetisch perfect: mooie dansen, mooie kostuums en een mooie achtergrond.
Op dinsdagochtend worden we om acht uur opgehaald bij de grote weg voor een kookworkshop. Eerst gaan we naar de markt van Ubud, een van de smerigste plekken waar we ooit zijn geweest. Bij de ingang ligt een magere hond met schurft, dat is al een eerste waarschuwing. Binnen glijdt je bijna uit over de schimmelende voedselresten en een donker, vettig slijm dat de betonnen vloeren en de muren bedekt. Ik zal de geur niet beschrijven, maar ik denk dat de meeste bromvliegen hier hun bromvliegneusje voor optrekken. Wel leuk om hier - niet al te lang - rond te kijken en iets te leren over lokale groente en fruit dat we niet (goed) kennen.
Dan wordt het tijd om te koken, gelukkig in een bijzonder schone omgeving, samen met een Duits stel, een Franstalig Zwitsers stel en een Engelse die in Adelaide woont. Onder begeleiding van een grappige chef maken we zelf pindasaus, kipsaté, kippensoep, mie goreng en tonijn in bananenbladeren. Na een paar uur koken eten we het allemaal op. Smaakt goed! Helaas hebben we er geen foto's van, want die heb ik per ongeluk allemaal weggegooid. Dus nu ben ik de pisang : (
- comments
Richard F.W. Kessels Jammer dat je geen vettige foto's van die vieze markt hebt. Smakelijk eten. Thuis uitproberen dus.
Fred Toch hopelijk wel de recepten genoteerd voor familie en vrienden in Holland?
yvonne Natuurlijk! We hebben de recepten in een apart mapje gezet onder het tabje 'Photos'. Selamat makan!!