Profile
Blog
Photos
Videos
Vrijdag 5 oktober - Phnom Penh
In hoeveel bussen hebben we al gezeten, hoeveel kilometer hebben we al afgelegd. Geen idee, maar vandaag zijn we weer onderweg. 350 km naar Phnom Penh, de hoofdstad van Cambodja. Een hoofdstad van een land met een gitzwart verleden; maar daarover morgen meer.
Vandaag is het weer genieten van de film die 'het straatbeeld' laat zien.
Brommers, heel veel brommers schieten links en rechts de weg over. Soms iemand alleen, soms met een heel gezin erop, dan weer met een houten hokje achterop met daarin een varken. "Kwaak kwaak" en ook eentje vol behangen met eenden.
Rijdend over het platteland zien we veel houten hutjes dan weer een huis van steen. Maar alles lijkt schoon en opgeruimd hier langs de 2-baans snelweg en tussen de hutjes aan de rijstvelden. Hoe anders is het beeld wanneer we door dorpen en steden rijden; vuil, stoffig en druk.
Eind van de middag naderen we de hoofdstad. We passeren een brug over een uitloper van het Tonle Sap meer. Al snel rijden we over de boulevard langs de enorme Mekong rivier.
Zaterdag 6 oktober - Phnom Penh
17 april 1975, het jaar van de verlossing. Volgens Pol Pot en zijn Rode Khmer kliek dan. Binnen een paar dagen heeft de Rode Khmer de grote steden zoals Phnom Penh en Battambang leegeveegd. Pol Pot, Mao 2.0, had het idee om van Cambodja een agrarische staat te maken. Iedereen werd te werk gesteld om op het land te werken. Diploma's telden niet meer. Geleerden, hooggeschoolden en andere intelectuelen werden afgemaakt.
Een aantal jaren daarvoor was koning Shianouk al afgezet door Lom Nol. De oorlog in Vietnam was in volle gang. Generaal Nol, die de koning had afgezet zetelde met zijn regering in ballingschap in Beijing. Ze gingen banden aan met Camodjaanse revolutionairen genaamd de Rode Khmer. Waar Pol Pot de leider was.
Wanneer je tegen het regime was werd je afgevoerd, ondervraagd en gemarteld in gevangenissen door het land. De bekenste hebben wij vanochtend bezocht. Office 21 ofwel S-21, Tuol Sleng.
Een voormalig schoolgebouw werd ten tijde van Pol Pot gebruikt voor gruwelijke martelingen. We hebben afgrijselijke beelden gezien en getuigenissen gelezen van de paar overlevenden van deze hel op aarde.
Hoe krijgt een mens, een gestudeerd mens, geschoold in het vrije Frankrijk, het toch in zijn hoofd om dit een medemens aan te doen. Dit is niet te bevatten.
Na dit museum en de nodige frisse lucht zijn we in de tuktuk gestapt opweg naar een buitenwijk van Phnom Penh. Op weg naar de 'Killing Fields'.
Nadat de slachtoffers ondervraagd en gepijnigd waren in S-21 werden ze vervoerd naar deze plek. Een plek waar nu een serene rust hangt.
Het is inmiddels gaan regenen en door de modderpoelen lopen we in stilte, ieder met zijn gedachten, door het veld.
Om ons heen kuilen, kuilen die eens voor honderden mensen een graf zonder naam waren.
300 mensen werden hier per dag vermoord. Doodgeschoten of levend tussen de lijken in kuilen gegooid, hierna overgoten met DDT.
Om het geschreeuw en de geweersalvo's te overstemmen werd er harde muziek afgespeeld zodat de mensen uit de buurt geen argwaan zouden krijgen.
We lopen over een pad richting een ander massagraf. Ik ontwijk een plas met mijn inmiddels modderige slippers. Terwijl ik kijk naar waar ik dan mijn voet neer kan zetten schrik ik. Dit kan niet waar zijn. Ik was bijna op een gebit gestapt. Door de regen is een deel van een schedel bloot komen te liggen. Een vreselijk beeld.
Nog geschrokken lopen we naar een boom, vol gehangen met armbandjes van kinderen. De soldaten sloegen hier, hoe gruwelijk, kinderen tegen deze boom dood.
We hebben genoeg gezien en stappen, stil en onder de indruk, weer in de tuktuk richting hotel. De miezer is inmiddels overgegaan in een aziatische moesson. De tuktuk chauffeur maakt van ons zitje een groene tent. Hij kan zo bij Campinglife.
Door de plastic raampjes kijken we weer vol verbazing hoe men zich hier door het verkeer worstelt. Een klein meisje, wat zal ze zijn, een jaar of 7, met haar kleine broertje achterop passeert ons. Ze rijdt nu vlak naast een grote vrachtwagen met zijn knipperlicht aan om naar rechts af te slaan. Hij kan het tweetal onmogelijk zien. Gelukkig is onze chauffeur allert en roept dat ze aan de kant moeten gaan. Zo op het eerste oog lijkt het verkeer een enorme chaos maar als je goed kijkt zit er wel een systeem in. En belangrijker, iedereen gunt elkaar de ruimte.
Tegen het verkeer in de weg oversteken, keertje toeteren en dan op het gemak een dikke Toyota afsnijden en hup, je bent ertussen. Als je dat in Nederland doet dan kom je toch zeker met een blauw oog en een paar deuken in je auto thuis.
- comments