In La Paz heb ik vooral de binnenkant van mijn kamer en met name de binnenkant van de badkamer gezien: ziek. Omdat mijn kennismaking met La Paz ook al niet zo geweldig was ben ik de stad ontvlucht naar Copacabana, een stadje op de grens van Peru aan het Titicaca meer, het hoogst gelegen grote meer van de wereld (3800m). Ik dacht in dit rustieke plaatsje wel te kunnen genezen en dat gebeurde gelukkig ook.

Copacabana is een gezellig stadje die zijn inkomsten denk ik met name uit het toerisme haalt. Veel cafeetjes, restaurants, hostels en souvenirwinkeltjes. Met een super mooi uitzicht op het meer heb ik hier een paar dagen heerlijk kunnen uitrusten. Op de tweede dag bracht ik een bezoekje aan Isla del Sol, het eiland van de zon. Na twee uur varen werden we aan de noordkant van het eiland afgezet, 3 uur wandelen verder werden we aan de zuidkant weer opgepikt. Deze wandeling was zeker de moeite waard.

Een dag later ben ik de grens overgestoken naar Peru. In Puno heb ik een ander gedeelte van het meer bekeken; de Islas Flotantes, drijvende eilanden. Jaren geleden is een gedeelte van de bevolking het water op gevlucht toen de Inkas de stad in kwamen. Eerst leefden ze op bootjes, maar nu is een grote gemeenschap van ongeveer 85 zelfgemaakte eilandjes van riet waar de mensen nog steeds wonen. Hoewel er verder weinig te zien was, vond ik het toch super leuk om te zien hoe deze mensen leven. Maargoed dat ik niet naar het advies van de Amerikanen de dag ervoor heb geluisterd, zij zeiden dat ik Puno moest overslaan!

Als een soort Japanner ben ik gelijk na de eilanden weer in de bus gestapt richting Cusco. Een busrit van 8 uur, zonder dat ik tijd had om te lunchen. Gelukkig komen er altijd veel vrouwtjes de bus in om eten te verkopen. Maar toen een vrouw de bus in kwam om voor mijn neus een homp vlees van ongeveer een kubieke meter te versnijden en te vekopen, bedief mijn eetlust.

Inmiddels ben ik alweer twee dagen in Cusco en ik moet nu toch echt van mijn standpunt dat steden niet leuk zijn afwijken: Cusco is een mooie stad. Op dag 1 heb ik een rondwandeling door de stad gedaan, hier ontmoette ik een Nederlandse jongen waarmee ik in de avond op zoek ben gegaan naar typisch Peruaans eten. We kwamen uit bij een restaurant waar we cavia kregen voorgeschoteld! Het weinige vlees dat aan het beestje zat smaakte eerlijk gezegd best goed!

Vandaag heb ik samen met twee Peruanen (waarvan een geneeskundestudente uit Lima) een tocht gemaakt op Quads naar Moras en Moray. Super mooie uitzichten en interessante bezienswaardigheden! En natuurlijk vet om op zo een apparaatje rond te crossen.

De gids noemde me fast and furious gheghe.... Misschien moet het volgende spaarvarkentje toch maar voor een motorrijbewijs zijn buikje rond smikkelen...