Na drie nachten in Bangkok te zijn geweest, werden wij door een busje opgehaald om een dagje de toerist uit te hangen. Als eerste werden we gedropt op de overtoeristische floating market. Daarna zijn we verder gereden naar Kwai River, erg indrukwekkend. De volgende stop was de Tiger Temple, waar we met tijgers op de foto konden gaan. Ter afsluiting mochten we nog even pootje baden bij een waterval.
Die avond hebben we geslapen in een floating house op de Kwai River. De volgende dag was er gelukkig maar 1 stop: de Erawan Waterfalls. Deze waren veel indrukwekkender dan die van de vorige dag en we hebben heerlijk gezwommen in het helder blauwe water en volop foto's geschoten. Met eenzelfde busje werden we weer naar Bangkok gebracht, van waaruit we op de trein zijn gesprongen richting Ayutthaya, een kleiner plaatsje anderhalf uur boemelen noordelijker. We werden ontvangen door een schattig oud vrouwtje genaamd Somsi. Ze vroeg onmiddelijk of ook nog met haar kwamen 'partyen'. Dit vroeg ze ongetwijfeld iedereen die aankwam, maar het werd een in elk geval een gezellig avond met andere backpackers uit het guesthouse. Achteraf bleek het schattige oude vrouwtje een echt feestbeest met het stopzinnetje: Me love you soooo much! In Ayutthaya hebben we al fietsende veel mooie Wats (tempels) bekeken en een beetje gechilled.

De bustocht naar Sukothai was geen pretje. Gelukkig hadden we stoelnummers op onze kaartjes staan en konden we naast elkaar zitten. Het zou toch zo'n zes uren duren voordat we plaats van bestemming zouden zijn. We hadden onszelf voorgenomen te lopen naar het guesthouse, maar door de warmte en de vasthoudendheid van een tuk-tuk mannetje hebben we besloten van zijn service gebruik te maken. Hij bracht ons naar een afgelegen oase met daarin ons guesthouse. Deze stond net buiten het nieuwe Sukothai. Hier konden we eten en drinken, maar het was allemaal redelijk sfeerloos. De oude stad met de ruines was 14 kilometer verderop. Hier zijn we op oude, te kleine, maar gratis fietsjes heen gesjeesd. Ze konden zogenaamd het zadel niet omhoog zetten, dan moesten we maar een andere fiets nemen. Helaas met lekke band. Dus de kleine fietsjes mee de stad in op zoek naar een steeksleutel. Gelukkig was er een zeer behulpzame vrouw die onze gebarentaal begreep en een sleutel tevoorschijn toverde. Nu konden we aanvangen naar het oude gedeelte. Hierbij hebben we al fietsende op de zeer drukke weg ons goed aan de verkeersregels gehouden. "Slow traffic keep left" stond er op de borden.

Om vervolgens in Chiang Mai te komen moesten we weeeeeer met de bus. Dit keer was het iets comfortabeler, maar het verblijf in de plaatsen bevalt ons in elk geval beter dan vervoer er naartoe. Eenmaal aangekomen in Chiang Mai voelde wij ons gelijk thuis. Het is een veel kleinere stad dan Bangkok met veel artistieke winkeltjes. We hadden geluk dat wij op zaterdag aankwamen, want elke zaterdag is er een gezellige avondmarkt. Het is wel erg verleidelijk om van alles leuks te kopen voor kleine prijsjes, maar helaas hebben we niet erg veel ruimte over in onze backpacks. Maar het struinen langs alle kraampjes en de gezelligheid is sowieso leuk.
Vanuit Chang Mai stond ons een avontuur in de jungle te wachten. Wat we er precies van moesten verwachten wisten we niet en lieten het dus maar over ons heen komen. Rond negen uur 's ochtends werden we opgepikt door onze tourguide genaamd Men. Samen met onze dagrugzak met de hoognodige dingen en andere avonturiers werden we in een busje gestouwd. Al gauw bleek dat we een leuke groep hadden, met mensen van over de hele wereld. Voordat we zelf echt actief hoefde te worden zijn we een stukje rondgereden door een olifant. Hierover hadden wij beide gemengde gevoelens. Aan de ene kant leek het zielig voor zo'n dier om gedwongen een stelletje luie toeristen te vervoeren, maar toch was het een hele ervaring. Na de rit op de olifant zijn we, op het dak van de jeep, doorgereden naar de start van onze hiking tocht. Hier ontmoetten we onze tweede gids: Mister Happy man, die voortdurend een brede glimlach op zijn gezicht droeg. Het klimmen en dalen was vrij pittig, maar de gezelligheid van de groep en van onze gidsen maakte een hoop goed. Tegen vijf uur kwamen wij aan in ons jungle camp, waar wij, na een douche in de nabij gelegen rivier,een heerlijk avondmaal voorgeschoteld kregen. Een groene curry en een mix van groenten met tofu met daarbij uiteraard rijst. Dat ging er zeker wel in na zo'n actieve dag. Na het eten was het tijd voor een kampvuur met muziek, bier,massages van happy man en veel gezelligheid. Het slapen op de harde bedden in de koude nacht maakte dat we de volgende ochtend niet helemaal uitgerust waren. Toch keken we uit naar nog een dag in de jungle. We namen afscheid van een deel van de groep, en gingen verder met z'n vijven. Deze dag was er iets meer tijd voor lekker luieren bij de watervallen die wij onderweg tegekwamen. De avond was wederom gezellig, maar ook leerzaam dankzij onze gids die veel over zijn Karen volk en Thailand te vertellen had. Ook de bedden in dit jungle camp lagen een stuk zachter. De volgende ochtend hadden wij uitgebreid de tijd om van ons ontbijt te genieten en lekker te badderen in de rivier. De laatste activiteit die op de agenda stond was bamboo-rafting. Dit was dankzij onze 'Captain Jack Sparrow ' superleuk! Na het bamboo-rafting werden wij teruggebracht naar ons guesthouse in Chang Mai. De paar dagen in de natuur hadden ons goed gedaan.

Op dit moment zitten we in het plaatsje Pai, drie uren en 300 bochten van Chang Mai. Het voelt als een Wallhalla voor creatieve en lichtelijk aparte lui maar de sfeer is top.