Profile
Blog
Photos
Videos
menm2azie voor chanced: km stand 26.316 + 14 = 26.330 km
Genieten bij Inle Lake
We hebben een goede keus gemaakt door in het Teakwood Guesthouse te gaan slapen. De kamers zijn groot, schoon en voorzien van een fijn bed. Na de trekking zijn we toch aardig vermoeid. Vandaag doen we in ieder geval niet veel meer en misschien morgen ook niet. Als we in de avond door Nyaung Shwe (het dorp waar we bivakkeren) lopen komen we Nur tegen. Een Canadees met Turkse voorouders die we in Bagan ook al hadden ontmoet. Hij drukt ons op het hart om vooral een boottocht te maken op Inle Lake. We kletsen nog wat en maken een afspraak om de volgende avond samen te gaan eten. We gaan terug naar Teakwood voor een zacht bed, een warme douche en lekker lang slapen. De volgende dag worden we wakker, kijken elkaar aan en besluiten vandaag lekker niks te doen.
De spierpijn in onze benen valt erg mee. Het programma voor vandaag: internet opzoeken, boekje lezen, spelletje, beetje kletsen, rondkijken en vanavond onze eetafspraak. Als we het guesthouse opzoeken waar Nur verblijft blijkt onze vriend een heel gezelschap geronseld te hebben en gaan we met zijn allen uit eten. Zijn we warempel toch nog bij een groepsreis beland! Maar het is erg gezellig en we kletsen met iedereen over de reisplannen en wisselen tips uit. Tegenover ons zit een stel uit IJsland (Christian en Hilter) dat toevallig ook een jaar op reis is. Mijn buurman Nur is nogal goed op de hoogte over iedereen en vertelt me dat Christian bankier is. Als de rekening komt en mijn IJslandse overbuurman het geld van iedereen verzamelt kan ik het niet laten om te grappen of dat wel verantwoord is. Ik zie aan zijn ogen dat Christian mijn grap begrijpt en wel kan waarderen. Nur snapt het niet en als ik hem vertel wat er gebeurd is met de Iceland bank (niet de bank waar Christian werkt) in Nederland, vertelt Christan dat hij blij is dat hij eens een keer niet het verhaal hoeft te vertellen. Kennelijk wordt hij er toch regelmatig op aangesproken.
De volgende ochtend zijn we op tijd wakker en zitten we vroeg aan het ontbijt. Zoals op alle plekken in Myanmar is het ontbijt bij de prijs van de kamer inbegrepen en bestaat uit koffie, toast met jam en eieren in welke vorm dan ook. Drie Aziatische jonge meiden ontbijten aan een ander tafeltje. Mariëlle trekt meteen de stoute schoenen aan en vraagt ze wat hun plannen zijn voor vandaag. De meiden komen uit Korea en blijken vandaag een boottocht met een gids over het Inle Lake te gaan maken. Als we voorstellen om met vijven te gaan en zo de kosten te drukken vindt iedereen het een goed idee. We smullen ons ontbijtje gauw op en vertrekken naar de pier waar de boten vertrekken. Als we aankomen vertelt de gids de reisroute, aangezien we geen idee hebben van de mogelijkheden vinden we het allemaal best.
We stappen in een houten boot waarin vijf stoelen met kussen en reddingsvest achter elkaar zijn geplaatst. Daarachter een laag stoeltje voor de gids en de bootman zit achterop bij de motor met zijn hand aan het roer.Als eerste gaan we naar een markt helemaal aan de andere kant van het meer. Dat is zo'n uurtje varen want het meer is wel 22 kilometer lang en zo'n 10 kilometer breed. Onderweg vertelt de gids dat er zo'n 400 dorpen rond (en gedeeltelijk in) het meer liggen waar ongeveer 50.000 mensen wonen. Inle Lake is een aangename plek en veel van de activiteiten vinden op en rond het water plaats. Oorspronkelijk waren er maar 4 dorpen rond het meer en daar komt ook de naam vandaan. 'In' betekent namelijk groot, 'Le' betekent 4 en 'Lake' is Engels voor een meer. Onderweg zien we vissers die hun bootje voortbewegen met een aparte beentechniek. Staand in hun bootje zetten ze met twee handen hun net uit terwijl ze met één been de peddel gebruiken om vooruit te komen. Andere vissers gebruiken een conische bamboe constructie met een net daarin. De open bovenkant gaat als eerste het water in en wordt op de bodem gezet. Met een speer wordt de gevangen vis vervolgens gedood. We kijken naar het tafereel en vol trots laat de visser daarna zijn vangst zien. Er liggen al een paar flinke vissen in zijn boot. Verderop zien we andere 'vissers'. Deze vangen geen vissen maar halen met stokken wier (geen zeewier want we zijn op een meer) uit het water dat ze verkopen aan de groentetelers van de floating gardens. Na een uurtje varen zijn we bij de markt. Het is een klein marktje dat iedere dag op een andere plek plaatsvindt. Er zijn veel lokale mensen en na onze trekking kunnen we de verschillende etnische herkomst van de mensen onderscheiden. We zien PA-O mensen herkenbaar aan de 'handdoek' om hun hoofd en de Palaung mensen. We wandelen omhoog naar een pagode want de markt is afgezien van de mensen niet zo interessant. Als we weer beneden zijn staat de gids met onze medereizigers al te wachten. De boot vertrekt en de volgende stop is een plek waar de lokale rijstwijn wordt gemaakt. Het proces is eenvoudig, een gesloten pot waar de rijst met bruine suiker en gist in gekookt wordt, een pijp waar de stoom doorheen gaat, een dubbelwandig vat met water dat de stoom afkoelt en een afvoerpijp waar de gedistilleerde wijn uitdrupt. In de kamer staat de thee en wat glazen met de rijstwijn al klaar. Als we zitten krijgen we ook nog rijstwafels met een tofu dipsaus. Onze gids vertelt dat de wijn ongeveer even sterk is als bier en je krijgt er geen hoofdpijn van. Als ik ruik aan het drankje vind ik het toch aardig sterk ruiken en na een slok bevestigt mijn slokdarm dat dit toch echt wel sterker is dan een biertje. Maar het smaakt goed, en als de dames verstek laten gaan na een miniem slokje vind ik het beledigend voor onze gastvrouw als ik niet minstens nog een borrel drink.
We gaan verder naar de volgende stop en onderweg vallen mijn ogen een beetje dicht. Het is erg warm in de zon en de boot schommelt prettig op het water. Misschien was dat laatste slokje om het glas van Jellie leeg te maken toch niet zo'n goed idee. Na enige tijd (ik weet niet precies hoe lang) komen we bij een plek waar kleding (sjaals, blousen, rokken en dergelijke) wordt gemaakt van zijde. Het bijzondere hiervan is dat de duurste zijde uit de stam van de lotusbloem wordt gewonnen. Onderweg hebben we al de kwekerij met de bloemen gezien. Het winnen van de zijde gebeurt door de stam in stukken te knippen, een slijmerige draad van ongeveer 5 centimeter tussen de stukken is de zijde. Deze draad wordt geplakt op de vorige draad, nog een keer knippen en zo maar door. Later zien we de kledingstukken die hiervan gemaakt worden en opvallend genoeg ziet het er een beetje katoenig uit. Het prijskaartje, 65 dollar voor een sjaal, laat zien dat het toch hoogwaardig materiaal moet zijn.
Na de zijdeshop vertrekt onze boot via een vissersdorp waar de huizen op palen in het water staan naar de volgende bestemming. De huizen zijn voornamelijk van bamboe gemaakt. Vooral de kinderen blijven vriendelijk en zwaaien enthousiast naar ons als we passeren. Voor het eerst zien we ook een kind dat duidelijk geboren is met het syndroom van Down. Het is opvallend dat we in Birma weinig lichamelijk of geestelijk gehandicapten tegenkomen. Tijdens de trekking hebben we onze gids Than Tun daar nog naar gevraagd maar we kregen geen duidelijk antwoord. We vrezen dat de situatie voor deze mensen niet best is. Na het vissersdorp doen we vervolgens een sigarenmakerij aan. Ook hier een winkel waar in het midden een aantal Birmese vrouwen nijver de lokale sigaar aan het rollen is. Het tempo ligt hoog, de lokale sigaren zijn er in verschillende soorten en maten en worden kundig voorzien van een filter. Het is eigenlijk ook niet echt een sigaar maar meer een kruising van een sigaar en een sigaret. In de dorpen zie je vaak met name de oudere vrouwen zo'n sigaar roken en dan meestal de flinke variant die ongeveer 15 centimeter lang is en een omtrek heeft van 1,5 centimeter. Het is ondertussen 13:00 uur en onze interesse voor eten is groter dan die voor sigaren.
Het bootje start de motor en we varen naar een restaurantje tegenover de sigarenboer(in). We bekijken het menu en ik moet lachen. Een mooie truuk, het restaurant stelt niet veel voor en de prijzen zijn relatief hoog. Onze gids zal hier wel gratis eten en krijgt er en passant nog wat kyats bij omdat hij ons hier gebracht heeft. We bestellen ons eten en drinken vervolgens eerst maar eens een kop Chinese thee, die je hier overal gratis kunt drinken. Het eten is wel lekker en als dessert komt er nog fruit op tafel. Dat is trouwens ook een van de leuke dingen van Birma, bij veel restaurants krijg je bij de maaltijd gratis soep, fruit en soms zelfs zoetigheid erbij!
We varen verder en als laatste stuk nijverheid gaan we naar een zilversmid. We worden weer hartelijk ontvangen en via de werkplaats waar het zilver uit de erts gewonnen wordt komen we in….. wederom een winkel. Die hebben we ondertussen genoeg gezien dus ook hier zijn we snel klaar. We maken onze gids duidelijk dat we geen zin meer hebben in winkels. Trouwens 2 van die zuinige Hollanders die niets kopen en alleen maar kijken kijken, schiet voor hem ook niet op. Ook de Koreaanse meiden reizen langer rond en moeten op hun budget passen. We gaan naar de volgende attractie van Inle lake, en hier was ik benieuwd naar. We varen naar en langs de 'floating gardens' oftewel de drijvende tuinen. De bewoners van Inle leven veel op het water en hebben daarom geen plek voor een groentetuin. Langs de rand is het meer vrij ondiep en de telers hebben drijvende eilanden met een combinatie van vaste grond en wier gemaakt. Met bamboestokken wordt de grond op een kunstige manier vastgehouden. We komens langs velden met tomaten, bloemkool, pompoen en zelfs bloemen. De telers zijn de bewoners van de dorpen die ieder een stuk van deze tuinen pachten om de groenten te verbouwen voor eigen gebruik maar ook voor de markten rond het meer. Het werken in deze tuinen wordt allemaal vanaf kleine bootjes gedaan door de lokale bevolking. Het is een mooi gezicht maar ook een raar idee om met een boot deze kwekerijen te bezoeken.
Als afsluiting van onze dagtrip blijven we met onze boot op het water voor de zonsondergang. Zover is het echter nog niet dus om de tijd te overbruggen gaan we ook nog even langs de 'jumping cat' monastrie. Het klooster heeft een aantal mooie boeddha beelden en een circusattractie, namelijk gedresseerde katten die in ruil voor een stukje vis door een hoepel springen. Een gift van de kijkers voor de renovatie van het klooster is wel een vereiste om de voorstelling te laten beginnen. Mariëlle en ik vinden het allebei niet passen in een kloostersfeer. Als ik even later op een bankje zit komt er een monnnik naast me zitten die me vraagt waar ik vandaan kom. Als ik vertel uit Nederland te komen begint de monnik spontaan een aantal Nederlands steden op te noemen en vertelt hij dat hij voor het Internationale Gerechtshof heeft gewerkt. Ik vind het een beetje een rare man en hoewel ik normaliter monniken hoogacht, vertrouw ik deze volgeling van Boeddha toch niet zo. Ik probeer duidelijk te krijgen wanneer hij dan in Nederland was of wat hij voor het Gerechtshof uitvoerde maar krijg geen duidelijke antwoorden meer. Het zal wel, Jellie en ik staan op en gaan op de kade naar het water kijken en een sigaretje roken.
Rond vijf uur gaan we weer het water op om op een mooie plek naar de zonsondergang te kijken. We varen weer langs en door een paar dorpen en ik vraag aan onze gids of het grote meer nu links of rechts van ons ligt. De gids lacht en geeft aan dat het meer recht voor ons uit ligt. We zijn nog steeds in het zuidelijke deel van het meer. Onze slaapplek, Nyaung Shwe, ligt in het noorden en onderweg daarheen maken we nog een stop. In het water staan regelmatig betonnen palen die aangeven hoeveel mijl het nog is naar het uiterste noorden of zuiden van het meer. Aan een van deze palen leggen we de boot vast. De zon is nu nog knalgeel, de bergen rond het meer zijn gehuld in een fijne mist, waardoor alles onscherp is. Vijftig meter van ons vandaan zijn een aantal vissers bezig met het uitzetten van hun netten, wat een prachtig gezicht is. De zon begint te zakken en het knalgeel verandert in zachtgeel en gaat over naar oranje terwijl hij bijna achter de bergen verdwijnt. De vissers werken rustig door en komen langzaam dichterbij. Het is stil op het water en we genieten van de sfeer. Als de zon langzaamaan verdwijnt snappen we waarom Inle Lake één van de meest populaire plekken in Birma is.
- comments