Profile
Blog
Photos
Videos
Het moet even schrikken zijn om zo snel al weer wat van mij te horen maar het is echt waar, tijd voor een nieuwe blog! Vanuit Tokyo vloog ik naar Shanghai, de grootste stad van China gelegen in het oosten van het land. Shanghai is een erg moderne metropool met ontzettend veel hoogbouw en een stad die gezien kan worden als de economische motor van China. Dit is onder andere te danken aan de grote haven, aangezien Shanghai aan de Chinese oostzee ligt en dus een belangrijke logistieke rol speelt. Uiteraard brengt dit met zich mee dat hier voor toeristen niet bijster veel te zien is. Ik bezocht de botanische tuinen en het centrum van de stad en daarnaast ging ik naar de skybar van het Hyatt hotel omdat dit een mooi uitzicht geeft over de imposante skyline.
Ik pakte de hogesnelheidstrein van Shanghai naar Xi'an, iets westelijker gelegen dan Shanghai. Xi'an is voor Chinese begrippen een middelgrote stad met ongeveer 4 miljoen inwoners en het was ooit de hoofdstad van het gehele land. De belangrijkste bezienswaardigheden zijn de terracotta warriors, de stadsmuur en een grote oude moskee. De terracotta warriors zijn enkele duizenden standbeelden die ooit begraven werden toen een keizer overleed en velen van deze beelden zijn in het geheel terug gevonden. Na meerdere mensen gesproken te hebben besloot ik echter om de beelden niet te bezoeken, aangezien het niet heel indrukwekkend en erg toeristisch schijnt te zijn. Wel bezocht ik de stadsmuur waar ik een fietstocht over heen maakte en bezocht ik de Islamitische wijk, gelegen nabij de moskee. Hier zijn veel leuke eettentjes op straat en winkeltjes voor souvenirs. Ik nam de trein richting Pingyao, een klein stadje dat nog tot het echte historische China behoort. Het is de beste bewaarde ommuurde stad en hierdoor trekt het vooral veel lokale toeristen. Na een nachtje hier werd het tijd om naar Beijing te gaan.
Beijing, of zoals wij het noemen Peking, is een stad met vele bezienswaardigheden. De meest bekende bezienswaardigheid is uiteraard de grote muur van China, terwijl ook andere trekpleisters als de verboden stad en het plein van de hemelse vrede erg beroemd zijn. Ik besloot niet op een tour naar de great wall te gaan, maar wat online tips te volgen en zelf te gaan hiken. De muur loopt helemaal tot de grens met noord Korea en dat is dus zo'n 8000 kilometer! Velen denken dat de grote muur dicht bij Peking ligt, maar de waarheid is dat het best ver is en dat er maar richting 1 gedeelte van de muur een directe bus is. Dit is uiteraard het meest toeristische deel en ik kreeg het advies om dit stuk te mijden. Ik besloot enkele bussen te nemen en een goede 2,5 uur buiten Peking te gaan hiken. Aangezien ik eerder in China al ervaren had hoe slecht het gesteld is met het Engels van de lokale bevolking besloot ik alle verschillende stops die ik nodig had in het Chinees op te laten schrijven en die telkens aan de buschauffeur te laten zien. Tijdens de trip richting de muur ervaarde ik ook hoe er veel mensen zijn die je proberen te scammen, bijvoorbeeld door druk op je uit te oefenen zodat je uit de bus stapt op een verlaten plek waardoor je wel met hun zwarte taxi mee moet rijden tegen een zeer hoog tarief. De lokale bevolking maakte tot mijn trip naar Peking niet een beste indruk op me, aangezien ze heel andere normen hebben en vrij argwanend en onvriendelijk richting buitenlanders zijn. Toen ik echter in een van de bussen zat buiten de grote stad kwam ik erachter dat dit misschien meer aan de grote steden ligt, aangezien veel mensen me probeerden te helpen en het erg interessant vonden om een blonde buitenlandse man in hun bus te hebben. Uiteindelijk kwam ik bij de muur en begon ik flink wat kilometers te hiken, totdat ik bij het einde van deze sectie kwam (de muur houdt op voor een klein stuk, aangezien dit nog niet gerestaureerd is) en weer terug naar het beginpunt liep. Ondanks de drukkende hitte heeft de grootte en staat van de muur een diepe indruk achter gelaten en ben ik erg blij dat ik dit kon bezoeken.
Wat qua grootte ook indruk maakte was het plein van de hemelse vrede en de daaraan gelegen verboden stad. Het Tiananmenplein, zoals de originele naam is, is het grootste plein ter wereld met afmetingen van ongeveer 900 bij 500 meter en op het gehele oppervlak kunnen naar verluidt meer dan een miljoen mensen tegelijk zijn. Naast een grote obelisk die voor de verboden stad stad en het nationale museum op dit plein, is vooral het mausoleum van Mao Zedong een belangrijk gebouw. Mao Zedong is een van de bekendste Chinezen ooit en dat kwam uiteraard omdat hij jarenlang leider was van het communistische land. Helaas was het mausoleum gesloten op het moment dat ik er was, dus ik heb het niet kunnen bezoeken. De verboden stad kon ik gelukkig wel bezoeken (en bij de ingang hing overigens een groot portret van Mao). De verboden stad was voor verschillende keizerlijke dynastieën de thuisbasis en diende dus vooral als woonplaats. Vanuit het plein van de hemelse vrede loop je over de omliggende gracht via een poort de verboden stad in en verbaas je je eigenlijk meteen al over de grootte. Buiten werknemers van de keizers mocht er niemand in de stad komen en naar schatting woonden er slechts duizend mensen in de stad, terwijl het een enorme oppervlakte heeft. Buiten woonruimtes zijn er vooral tempels te vinden en is alles gebouwd in traditionele Chinese stijl. Tegenwoordig zijn er verschillende museums in de verboden stad te vinden. Na een bezoek aan het olympisch dorp en het vogelnestje (Olympisch stadion van de spelen in 2008) en een bezoek aan de dierentuin om panda's te zien werd het tijd voor mijn volgende bestemming. Al met al vond ik China tegenvallen, misschien omdat ik net uit het futuristische en schone Japan kwam, maar zeker ook omdat de meeste mensen niet erg vriendelijk zijn en het op vele plaatsen erg vies is. Toch ben ik blij dat ik wat mooie dingen heb kunnen zien, zoals de muur en de verboden stad. Ik nam de trein naar Dandong, een stadje op de grens tussen China en Noord Korea.
Er is natuurlijk altijd veel te doen over Noord Korea, maar zeker in de aanloop naar mijn geplande trip kwam er elke dag wel iets in het nieuws over Kim Jung-Un en Trump en nadat ik eerder al door had laten schemeren aan mijn ouders dat ik graag wilde gaan en zij daar geen problemen mee hadden, besloot ik maar een leugentje om bestwil te vertellen en dus niet aan hen te vertellen dat ik daadwerkelijk zou gaan. Noord Korea is uiteraard een zeer gesloten en geïsoleerd land en het is daarom ook niet mogelijk om op eigen houtje naar het land af te reizen en dus boekte ik een tour, waarmee we met ongeveer een groep van 25 man en 2 Engelse gidsen richting Pyongyang afreisden. Pyongyang is de hoofdstad van Noord Korea en tevens de grootste stad met zo'n 3 miljoen inwoners. Na aankomst werd onze groep in tweeën gesplitst en kregen we ieder 1 Engelse gids en 2 lokale Noord Koreaanse gidsen. Deze gidsen zijn ten alle tijden bij de groep en in je eentje afdwalen is geen optie. We sliepen in een hotel en dat was de enige plek waar we zonder gidsen vrij konden komen, maar het hotel verlaten was geen optie. Daarnaast kregen we voor de reis een flink boekwerk met regels en dingen waar we rekening mee moesten houden, aangezien het land niet echt bekend staat om haar tolerantie met toeristen die de regels overtreden. Voor mij was dit een van de redenen waarom het land zo intrigerend is en daarom wilde ik ook zo graag gaan. Daarnaast geven de gidsen je uiteraard veel informatie die op zn best erg discutabel is en is er volop propaganda.
De tour was maar 3 dagen en dus bezochten we in een hoog tempo verschillende bezienswaardigheden, waar veel in het teken stond van hoge communistische gebouwen en uiteraard standbeelden van de grote leiders. Ook gingen we met de metro, het 2e diepst gelegen metrosysteem ter wereld (en volgens geruchten ook te gebruiken als bunkers mocht dat nodig zijn), bezochten we de lokale kermis en een barretje en gingen we naar het oorlogsmuseum. Naast de vele propaganda en haat tegen Amerika waren er twee dingen erg bijzonder aan het museum. Allereerst lag het enige Amerikaanse oorlogsschip dat wereldwijd niet in Amerikaanse handen is, de USS Pueblo, aangemeerd bij het museum. We mochten het schip op en kregen (zeer twijfelachtige) informatie over de tijd waarin de Koreanen het schip overnamen en de bemanning arresteerden. Daarnaast was het gebouw waarin het museum gevestigd is erg imposant, met ontzettend hoge plafonds, veel marmer en uiteraard een immens standbeeld van de huidige grote leider, Kim Jung-Un. Ook bezochten we nog enkele hoge gebouwen om een mooi uitzicht te krijgen over de stad. Al met al was dit een van de meest fascinerende ervaringen uit mijn leven om van dichtbij te zien hoe Noord Korea is met al haar propaganda en de leefwijze van de lokale mensen, die geen enkel benul lijken te hebben van de rest van de wereld. Een grappig voorbeeld was toen ik een van de gidsen vroeg of hij van sport hield, waarop hij als antwoord gaf dat hij een voetbalfan is. Toen ik hem vroeg voor welke ploeg hij dan was, vertelde hij dat hij fan was van het Nederlands elftal, waarop ik hem vertelde dat ik Nederlands ben en dat mijn favoriete speler van het Nederlands Elftal Arjen Robben is. Toen ik hem vroeg wie zijn favoriet was van Oranje, zei hij Marco van Basten (gestopt met voetballen in 1995). Dit vond ik erg apart aangezien de gidsen uiteraard meer weten dan de lokale bevolking en het gids zijn een voorrecht is daar, deze mensen worden gezien als intelligent omdat ze meerdere talen moeten leren en het geeft status en relatieve rijkdom. Zelfs hij wist eigenlijk heel weinig over hoe de wereld er uit ziet, erg bijzonder.
Aangezien ik geen poster gestolen had in het hotel, mocht ik gelukkig met de trein mee terug naar China en vanuit Dandong nam ik weer de trein terug naar Beijing, om vervolgens naar Kuala Lumpur te vliegen. Heel wat jaartjes geleden zijn wij met het gezin op vakantie naar Maleisië geweest en dus was er niet meer veel nieuws te zien in Kuala Lumpur, ook al bezocht ik nog wel even de wereldberoemde Petronas torens. Ik besloot de bus te nemen naar Singapore, ondanks dat het vooral bekend staat als een heel dure stad/duur land en verbleef hier 2 dagen en 1 nachtje. Singapore is vooral een stad waar veel grote bedrijven zitten en veel rijke mensen wonen, wat zeker te merken was aan het prijspeil. Ook is het vooral veel nieuwbouw wat er in de stad te zien is, waar vooral het Marina Bay Sands hotel en bijbehorend park tot een van de blikvangers hoort. Dit is een gigantisch hotel met zwembad en bar op het dak. Kuala Lumpur en Singapore waren vooral een tussenstop richting Phnom Penh, waar ik mijn trip door Cambodja begon.
Phnom Penh is de hoofdstad van Cambodja, maar is niet de stad die het meest bekend is als toeristische attractie, dat is vooral Siem Reap, door de aanwezigheid van het wereldberoemde Angkor Wat. Phnom Penh is geen mooie stad en haar geschiedenis is al helemaal niet als mooi te omschrijven. Tijdens de Vietnamoorlog en daarna werden veel mensen uit Cambodja omgebracht, waarbij vooral het regime van Pol Pot vele mensen het leven kostten. Hij werd premier en was gefascineerd door communistisch China en probeerde van Cambodja ook een communistisch land te maken. Pot maakte van veel intellectuelen en professoren gevangenen en liet deze later executeren. Wanneer men een bril droeg of een vreemde taal sprak, werd men vaak al verdacht en gevangen gezet. Cambodja had echter te weinig geld om zich te bewapenen en daarom ontstonden de zogenaamde Killing fields. Dit waren velden buiten de grote steden waar de intellectuelen, maar ook kinderen en baby's dood geslagen werden met geweren of tegen bomen, omdat er geen geld was om kogels te kopen. Tegenwoordig zijn enkele gevangenissen en van deze zogenaamde killing fields musea en tijdens mijn bezoek hier aan leerde ik veel over de gruwelijke historie van Cambodja, een van de grootste genocides die onze geschiedenis ooit gekend heeft. Bij de killing fields is er nu een monument waar verschillende botten en schedels van de mensen die hier omgebracht zijn tentoongesteld zijn, een aanzicht dat bij mij veel indruk achterliet. Ook vond ik het opmerkelijk dat ik hier eigenlijk nog nooit van gehoord had, terwijl er toch ontzettend veel mensen omgekomen zijn tijdens deze periode. Na vele jaren werd Pot uiteindelijk afgezet en viel het communistische regime en de daaraan verbonden terreurdaden.
Na veel geleerd te hebben over de historie van Cambodja werd het tijd om verder te gaan en me weer op leuke dingen te richten. Ik besloot naar het zuiden te gaan, naar Kampot, een kleine stad die vooral bekend staat om de Kampot pepers. Er was eigenlijk niet heel veel te doen, maar het was lekker weer en het hostel had een zwembad, dus ik besloot buiten een paar boottochtjes vooral aan het zwembad te liggen. Ik nam de nachtbus richting Siem Reap om daar Angkor Wat te gaan bezoeken.
Angkor Wat is een wereldberoemde tempel, maar het kan eigenlijk meer gezien worden als een gebied met meerdere tempels. Het is naar verluidt het grootste religieuze monument ter wereld en is ongeveer 160 hectares groot. De belangrijkste tempel is echter Angkor Wat zelf en ik moet zeggen dat het een indrukwekkend bouwwerk is, dat ondanks dat het gebouwd werd in de 12e eeuw toch in goede staat is. Dit is natuurlijk niet vreemd omdat het de grootste toeristische trekpleister van Cambodja is. Veel van de muren zijn voorzien van Hindoe verhalen en de tempel heeft erg kenmerkende torens die mij meteen deden denken aan de Disney film Jungle book, waarin ze een soortgelijke tempel afbeelden. Ik zal mijn verhaal van vandaag uiteraard nog ondersteunen met een foto album. Na een paar dagen in Siem Reap werd het tijd om Cambodja te verlaten en dus nam ik de bus naar Bangkok in Thailand, maar hierover en het restant van mijn trip door Azië zal ik de volgende keer over schrijven.
- comments