September is alweer onze laatste reismaand. De 'r' zit weer in de maand en voor ons betekent dat: vrijheid. Met een tent in de achterbak van onze Ford Flex(ie Lexie) kunnen we zelf bepalen waar we naartoe rijden en waar we willen kamperen. Een maand op een luchtbed.

We beginnen de reis door Canada met z'n drieen in de metropool Vancouver (een stad waar je zo kunt gaan wonen!). En vervolgens met de ferry naar Vancouver Island, waar we in Victoria bij kersverse reisvrienden - ontmoet in Belize - mogen verblijven. Er wordt zelfs een BBQ voor ons georganiseerd, en de volgende dag staan we in ruimtevaartpakken klaar om in een speedboat orka's te gaan spotten.
Pas op Saltspring Island (een 'local' tip) zetten we de tent voor het eerst op en kunnen de ToyStory pinatas eindelijk uit Ellen's backpack tevoorschijn worden gehaald, als verjaardagscadeau voor Janneke (zie filmpje).

Na nog een paar dagen op Vancouver Island gaan we weer terug naar het vasteland, naar Bram's droombestemming: Whistler. Een must-visit voor iedere downhill mountainbiker. Maar ook op normale mountainbikes gaat first-timer Janneke mee de moeilijkere singletracks op, zoals Pinocchio's Furniture - met veel smalle houten bruggetjes.

Via Lillooet rijden we naar Vernon waar we onze eerste en enige regendag hebben. Maar ook daar weten we iets leuks op: kegelen met bejaarden!
In Wells Gray national park begint het echte cowboy-werk: een rit te paard door dichtbegroeid bos, waar (uiteraard) ook beren, wolven, elanden en poema's leven. Maar echt stoer zien wij er niet uit met onze scheefzittende fietshelmpjes, en het enige wat we die dag aan wildlife zien zijn springende zalmen in de rivier.

Jasper staat erom bekend dat je er veel dieren kunt tegenkomen, en bij binnenrijden van het dorpje steekt er direct een 3-meter hoge 'elk' bij het stoplicht over. En ze zijn zelfs op de camping te vinden; die zijn namelijk niet afgesloten of omheind. En bijna overal in British Columbia word je dus geacht geen eten in je tent te bewaren - en zelfs niet de kleren waarin je hebt gekookt of je Labello - omdat dit (o.a.) beren aantrekt. "This is bear country", en hoe kan het ook anders: we zien een zwarte beer van heel dichtbij als we naar Maligne Lake rijden. Maar wat ons nog meer verbaast zijn de achteloze toeristen die uitstappen met een beer op 5 meter afstand of 'm zelfs met kind op de arm het bos in achtervolgen.

Vanuit Jasper is er slechts een lange weg naar het zuiden: de Icefields Parkway. De uitzichten hiervan zijn adembenemend mooi en de bergtoppen van de Rocky Mountains komen als verrassing onder de laaghangende bewolking vandaan, totdat we halverwege zijn en het zelfs begint te sneeuwen.
Inmiddels is het 's nachts rond het vriespunt en dus besluiten we in Banff voor een warm bed te kiezen in plaats van onze tent.
In deze toeristische plaats draait het om water: we bezoeken de Hot Springs, kanoen op Bow River en wandelen om het azuurblauwe Lake Louise en het nog blauwere Moraine Lake.

Nadat Janneke na drie weken vakantie weer terugvliegt naar Nederland, blijven wij nog een week langer. Deze laatste week van onze reis gaan we nog op zoek naar een gave mountainbikeplek. In Fernie vinden we die niet, in Kimberley ook niet, maar in Invermere is de route gelukkig nog niet dicht voor het einde van het toeristisch seizoen. En wat voor een!

In Kootenay national park genieten we nog even van de vergezichten (de 'Indian Summer' begint) en mooie kampeerplekken, voordat we de huurtent en auto in moeten leveren in Calgary.
We missen nu al de buitenlucht en de marshmellows en (meegebrachte) tequila bij het kampvuur. Kamperen in Canada is geweldig en Canadezen zijn hardcore kampeerders, hetzij soms in enorme camperbussen, maar zeer vriendelijk en gastvrij.

Tot snel!