Het is al lang geleden dat we iedereen op de hoogte hebben gehouden van onze avonturen, dus bij deze geven we jullie een update!

Ondertussen hebben we heel wat van Maleisie gezien! Na onze tweede stop in Kota Kinabalu, reisden we verder naar het nationale park "Gunung Mulu", bekend om zijn grotten en trekkings naar onder andere "the Pinnacles". Het werden vijf dagen pure natuur waaronder twee nachten in een basecamp midden in de jungle. Om dit kamp te kunnen bereiken, moest je drie uur door de jungle wandelen. Onderweg zagen we bizarre insecten en ook een wilde toekan met een hele lange staart. Vanuit het basecamp vertrokken we de volgende dag voor de Pinnacles-trail, een stijle klim tussen rotsen en met behulp van touwen en ladders. Jammer genoeg moest ik, Elke, na een uur terugkeren omdat ik te weinig lucht kreeg (vochtige jungle omstandigheden) en lag de eer bij Quinten om de Pinnacles gade te slaan. Het bleek echt de moeite te zijn met mooie uitzichten (zie foto's). maar aan het aantal blauwe plekken van een medewandelaarster te zien, was het toch een hele zware tocht. Na twee nachten in redelijk primitieve omstandigheden, keerden we te voet terug naar de rivier waar we per boot naar het hoofdkwartier werden gebracht. De volgende halte werd Kuching, een schijnbaar leuke stad in het westen van Borneo en de enige stad die niet werd verwoesd in WOII. De authentieke huisjes en sfeer bevielen ons meteen! We hebben er drie dagen voornamelijk gekuierd doorheen marktjes, Chinatown en langs de rivier. Ideaal dus om te bekomen van onze toch wel vermoeiende jungle-uitstappen. Maar omdat we toch wel wat van natuur houden, besloten we opnieuw naar een nationaal park te gaan, namelijk Bako National Parc. Dit oudste nationale park van Maleisie ligt vlakbij Kuching en biedt een hoop prachtige stranden en vele wandelingen, maar is vooral bekend als woonplaats van de grappige Probiscus aap (zie foto met aap met lange neus). De twee dagen die we in Bako verbleven, hebben we opnieuw veel wildlife mogen aanschouwen waaronder de Probiscus aap, maar ook de al even hilarische baard-zwijnen en een iets minder grappige cobra 's morgens naast de WC. De stranden waren echt de moeite, jammer genoeg was de zee 'vervuild' met modder van de nabijgelegen rivier en was pootje baden dus niet zo aanlokkelijk (ook wetende dat er in die rivier krokodillen zitten). Met een hoop nieuwe muggenbeten vertrokken we terug naar Kuching om van daaruit door te reizen naar Singapore.

Singapore vroeg van ons een mentale omschakeling. Hoewel het duidelijk een Aziatische stad is (of beter: stadstaat), kan je het toch eerder een westerse oase noemen. Met de woorden shoppingmalls, skyline a la New York, duur, drinkbaar kraantjeswater en extreem hyghienisch (cfr. blinkende wc's en maandelijkse anti-muskieten 'fogs' waarbij heel de stad muskietenvrij wordt gemaakt) kan deze stad nog het best worden omschreven. Stiekem toch wel een herademing na bijna twee maanden Azie en dus soms compromissen maken. Ironisch genoeg werd ik juist hier, in Singapore, ziek. Diagnose: dysenterie, een parasiet in de darmen. Concreet betekende dit een week algemene malaise (en dat in Maleisie), koorts en wel te verstane darmmiserie. Maar gelukkig waren we in deze grootstad met al zijn luxevoorzieningen en wilde onze reisverzekering tussenkomen voor het noodzakelijke verlengde verblijf, waardoor we toch enkele nachten lekker comfortabel in een spliksplinternieuw Ibis-hotel hebben kunnen doorbrengen. Jammer van het ziekte-intermezzo, want onze couchsurfhost Terrence, een oorlogs- en rampenfotograaf, was echt een interessante en vriendelijke gastheer en wilde ons graag nog wat langer herbergen.

Na een week Singapore, veel langer als we oorspronkelijk hadden gepland, vertrokken we terug naar Maleisie, meerbepaald Melaka. Deze historische stad bekend om zijn strategische locatie (op de zijderoute en aan de straat van Melaka, een van de drukste zeeroutes) bleek een heel aangenaam stadje te zijn. Opnieuw een authentiek Chinatown met smalle straatjes en leuke winkeltjes en een enorm aanbod aan eten. Eigenlijk was Melaka onze eerste iets of wat authentiek aanvoelende stad die we op onze reis tegenkwamen. Omdat we toch wel van Maleisie houden, besloten we onze reis naar Thailand nog even uit te stellen met een laatste stop in Penang of "Georgetown". Ook dit is een oude, koloniale stad met een soortgelijke karaktervolle binnenstad. Morgen vertrekken we van hieruit naar een nieuwe bestemming: Thailand... Met ongetwijfeld weer wat nieuwe reisavonturen! Tot dan!

Quinten en Elke