Profile
Blog
Photos
Videos
Een medewerker van het guesthouse brengt ons naar het busstation, betaald dat wel. Zonder ontbijt, we gaan onderweg wel wat grazen. Tot nu toe hebben we heel wat lekkere dingen in de bus gekocht. Het is handig als iemand je weg brengt, ze weten beter de weg. De meeste bussen hebben ook de namen in ons lettertype op de bus, het Sri Lankaans is het niet te begrijpen. Allemaal ronde vormen met haakjes eraan. We kunnen zo instappen, dat is even een meevaller. De chauffeur van de bus naar Dambulla rijdt vreselijk wild. Onderweg stapt er nog een invalide in de bus die een vreselijk emotioneel verhaal ophangt. Verstaan doe ik het niet, maar begrijpen wel. Daarna gaat hij bij iedereen langs voor geld. Dit is niet de eerste keer dat zoiets gebeurd, bedelen gebeurd hier frequent.
Twee uur later zijn we op plaats van bestemming. Je kan merken dat we weer lager zitten, het is bloedje heet. Volgens de Lonely Planet moet hier ergens een redelijk geprijst guesthouse zijn. Diverse chauffeurs van tuk-tuks komen hun diensten aanbieden en proberen ons over te halen een ander guesthouse te nemen. Maar we zetten door, ook al is de verleiding in deze hitte en met die grote rugzakken groot. We krijgen korting omdat we twee nachten blijven. We bestellen voor morgen ontbijt, vandaag lukt het niet meer, ze heeft geen ontbijtspullen op voorraad. Daarom gaan we maar naar het restaurant van de buren.
Langs de bloedhete weg lopen we naar de ingang van de gouden tempel en de cave tempels. Ook hier staat een bodhi boom, men zegt dat het allemaal afstammelingen zijn van de oorspronkelijke boom, waar Boeddha zesentwintighonderd jaar geleden onder gemediteerd heeft en toen tot verlichting is gekomen. Onder aan een tak hangt een bijenraat, met drukke bijtjes. Ze zien er anders uit dan bij ons, deze bijtjes. We kopen een kaartje. Boven ons torent een enorm grote gouden Boeddha met een baard van bijenraat. Wel grappig dat de bijtjes net hier nog wat raatjes hebben gemaakt. We beginnen aan onze klim naar boven. Waarom moeten al die tempels toch bovenop heuvels staan? Daar gaan we weer, puffend. In het begin zijn het trappen, het meest redelijk in de schaduw. Verderop is het kale zandsteen waar we overheen lopen, wat wel zo prettig loopt. Ben wel blij dat het niet nat is. We lopen langs verkopers van fruit, die onder een boom aan het schuilen zijn tegen de hitte. Stukjes ananas of onrijpe mango met pittige pepertjes verkopen ze, heel lekker. Verderop hebben we de keus tussen de korte route in de zon over de trap, of een langzamere over de rots in de schaduw. Nou, die keus is makkelijk. Ook de aapjes die we tegen komen vinden de schaduw prettiger, of loeren ze op een kans om toeristen afhandig te maken van eventuele eetbare producten?
Bovenop deze steenklomp is een abri waar een tempel van gemaakt is. Maar eerst worden onze kaartjes gecontroleerd en moeten we onze schoenen weer uitdoen. Geen wonder dat alle Sri Lankanen op slippers lopen. Theo krijgt er soms wel genoeg van om elke keer zijn schoenen met veters uit te moeten doen. Hij heeft teenslippers gekocht, maar dat is dan weer niet handig als je eerst ik weet niet hoe ver over rotsen heen moet lopen. Al schijnen al die Sri Lankanen daar geen punt van te maken. Gelukkig hoeven we maar een klein stukje over de loei hete steentjes heen, voor we in de schaduw van de tempel de grotten kunnen bezoeken. Of moet ik zeggen abri's, want echte grotten zijn het niet. Zoals Theo zo precies zegt, het is een overhang, geen grot. Maar het geeft wel een grot gevoel, omdat er een muur voor gezet is. De wanden zijn mooi beschilderd en er staan zo als in de meeste grot-tempels meerder Boeddha beelden. Naast de eerste grot is een Hindoe tempeltje gemaakt, met een blauwe smurf èh Shiva beeldje in de grot. Er zit een monnik die een wit draadje om je pols bindt als je dat wilt. Dat brengt geluk, je wordt natuurlijk wel geacht daar voor te betalen. Maar ja, voor een kaars in een kerk betaal je tenslotte ook.
De tweede grot is een grote en door de beschildering en natuurlijke plooiing van de rotsen lijkt het net of het een wandtapijt heeft. Dat geeft een heel leuk effect. Er schijnen ook nog twee beelden van koningen hier te staan, maar we kunnen er maar één vinden. In een kooi staat een grote pot, waar vanaf het plafond water in druppelt. Het heilige water wordt gebruikt, maar vraag me niet waarvoor. Dat vertelt onze Lonely Planet bijbel niet. We lopen nog drie tempeltje onder die grote abri langs. Af en toe uitrustend op de galerij die er voor loopt. Water loopt van de overhangende rots en wordt opgevangen in uitgehouwen vijvers met vissen en blauwe waterlelies.
Nadat we onze schoenen hebben aangedaan, gaan we wat drinken. Een aap houdt ons gezelschap. Ik geeft hem een stukje mandarijn, maar dat vind hij niet genoeg. Hij probeert het zakje uit mijn handen te grissen. En als dat niet lukt, valt die ondankbare aap me nog aan ook. Hij heeft niet terug van mijn rugzak, daar had hem werkelijk mee op zijn kop geslagen als hij niet zo snel was.
Op de terugweg gaan we het laatste stuk over de oude route. Vroeger liep men de hele weg over de kale rots. Ik kruip onder een prikkeldraad door om bij het museum te komen, wat over wandschilderingen gaat.
We zijn de enige bezoekers in dit museum, waar de ontwikkeling van de tempelschilderingen wordt uitgelegd. De vloerbedekking is een kokosmat die me aan mijn jeugd doet denken. Toen ik klein was hadden we die ook, heel vervelend om op te spelen. Het doet zeer aan je voeten en knieën. Maar nu, er is verder toch niemand, ga ik er op zitten. Het zijn van die lappen tekst die erbij hangen en ik ben moe van al dat klimmen en dalen. Het is heel interessant, al maakt de Engelse tekst en al die namen van Sri Lankaanse koningen en plaatsnamen het lastig lezen. Dus ik ga door de laatste teksten iets globaler heen. Gelukkig hebben ze hier wel airco, dat is een pré.
De pub naast ons guesthouse is gesloten vanwege poya-dag, een boeddhistische feestdag die iedere achtentwintig dagen bij volle maan gehouden wordt. Nergens is dan alcohol te krijgen. In Bangkok had Theo daar ook al last van, hij had net zo zin in een ijskoud biertje. We lopen door langs de weg, voetpaden heb je hier alleen in grote steden. We komen langs een aantal grote open hallen. Het is een plek waar groente- en fruittelers hun producten verkopen. Het is een lust voor het oog al die frisse groente en fruit en zien een aantal groenten die we niet kennen. Al zigzaggend langs vrachtwagens en mannen met loodzware zakken lopen we door.
We zijn op zoek naar een plek om vruchtensap te drinken. Maar pas een heel eind verder vinden we een klein zaakje. We gaan zitten, de sfeer is heel opgewonden. Theo, zeg ik, volgens mij zijn ze net nieuw open. Er hangt nog zo'n opgewonden, verwachtingsvolle sfeer, en alles ziet er nieuw en fris geschilderd uit. En inderdaad, als we navraag doen, blijken ze vandaag net geopend en blijken we de eerste klanten te zijn. Kijk, dat is nog eens leuk, voor eeuwig in herinnering als de eerste klant.
Hetty
- comments
hans gijsen Een leuk verhaal ! Gr. Hans
Wouter Grappig dat je dat zo kan merken, dat de zaak nieuw is :)