Profile
Blog
Photos
Videos
Het hotel bij het water waar we slapen, wat in het stadje Chetumal ligt, is niet hoog. De meeste gebouwen zijn hier niet hoog. In deze zee inham waar we over uitkijken zouden zeekoeien zitten. We zien reclame borden met foto's en schilderingen op een gebouw, maar helaas, we zien ze niet in levenden lijve.
Het ontbijt is in een restaurant een eindje van ons hotel af. Het is wel grappig om je spullen in de bus te laden, dan honderdvijftig meter te rijden en dan weer uit te stappen om te gaan ontbijten. En dat met z'n achten in zo'n grote bus, als je de gids en chauffeur meerekent.
We zijn om half zes opgestaan, de reis is lang vandaag. We kunnen maar beter vroeg de grens over volgens onze gids, 's-morgens gaat dat sneller. De bus wordt vlak voor de grens ontsmet, een beetje onzin, want hij rijdt over een zelfde stuk weg weer naar de grens. Vervolgens moeten we uitstappen met al onze bagage, alle grens perikelen in Mexico ondergaan. Dan niemandsland overlopen om bij Belize met onze bagage de grens over te gaan. Daar kunnen we dan weer instappen in de bus.
In Belize rijden we over een goede weg, jong woud afgewisseld met gras. Het is er vochtig, hier en daar zien we water staan. Hier wordt suikerriet geteeld zien we, auto's volgeladen en langs de kant van de weg slingert riet wat van de wagens afgevallen is. Overal zijn lage huisjes, soms van hout, maar meestal van bepleisterd steen. Er zijn hier veel verschillende geloof richtingen die zich uiten in kleine kerkjes, die vaak niet als zodanig te herkennen zijn. Ik zie mennonieten, mannen met paard en wagen. En later als we stoppen in een dorpje om wat te drinken zien we er veel meer. Vrouwen in het donker gekleed met hoofddeksel en mannen met strohoed en bretels. Ik vind ze er Amerikaans uitzien. In het dorpje en langs de weg zie ik jonge mennoniet mannen zakjes pinda's verkopen. Verder zie je mensen met een Afrikaans uiterlijk en met een Aziatisch uiterlijk, de Maya's. Alle winkels hebben een Chinese naam, er zijn veel families uit Taiwan hier neergestreken en hebben winkels geopend.
Na weer een flink eind rijden in het westen van Belize, stoppen we bij een riviertje, waar een pont ligt. Aan de overkant ligt Xunantunich, waar Mayaruïnes liggen. We gaan samen met een auto het pont op, er draait iemand aan een wiel en zo wordt hij handmatig naar de overkant getrokken.
Er staan grote bomen aan de overkant, waar als een epifyt een cactus in groeit. Lange stengels plat tegen de boom slingert de plant om de takken. Boven het water hangen aan de stam een hele rits kleine vleermuizen tegen de stam en een orchidee is aan het bloeien op ooghoogte. Genoeg te zien hier.
De auto die mee op de veerpont was, blijkt van de plaatselijke gids te zijn. In Belize moet er een plaatselijke gids mee van uit de overheid. Deze gids geeft ons een lift, het is nog tweeënhalve kilometer naar opgraving. Drie in de kattenbak met de klep open en de andere vier achterin en op de voorbank.
Het complex bestaat uit 6 pleinen met 25 tempels en 'paleizen'. Het grootste deel bestaat uit overblijfselen tussen het jaar 200 en 900. De naam betekent 'stenen vrouw' in de lokale Mayataal.
Midden in het bos liggen met kalksteen gebouwde tempels en paleisjes, wat er van over is tenminste. Want maar een deel is gerestaureerd, de rest zijn heuvels begroeid met bomen. Er wordt hier druk gewerkt, ik zie mensen kruiwagens vol met zand van een heuvel afscheppen. Voor mij is ook al flink wat gedaan. Ik beklim een stenen trap naar boven en boven kan ik over de boomtoppen heen kijken. Beneden zie ik gerestaureerde delen tussen groene grasvelden liggen. Maar lang geleden waren dit witte pleinen van aangestampte of gerolde kalkgruis. Het moet imposant geweest zijn, die prachtig gekleurde tempels met reliëfs hoog oprijzend boven de mensen.
We lopen terug door het bos, zien apen langskomen en vogels langsvliegen. In de grond zien we een gaatje met spinsel er over. Met een lang dun twijgje lokt Roel een grote vogelspin uit zijn holletje. Hij heeft een donkerbruin achterlijf en heeft lange haren.
Terug met de auto komen we bij de pont, waar bij de stalletjes kalenders van maya's verkocht worden. Ronde schijven, gemaakt van een zachte steensoort.
Het is niet ver meer naar de grens met Guatemala, die we relatief snel passeren. Ook hier wordt de bus ontsmet.
Uiteindelijk eindigen we de tocht in Flores, waar we op een klein eilandje in een hotel zitten. Volgens de gids is het eiland veilig, maar daarbuiten niet. Het is er gezellig druk op het eilandje, met restaurants en cafe's.
Hetty
- comments