Profile
Blog
Photos
Videos
Hallo!!
Na een heleboel weken en een heleboel kilometers (11.000 al...) vind ik eindelijk weer tijd en internet om mijn verwaarloosde website bij te werken. Voor de foto liefhebbers, er zijn 2 mapjes met foto's: "Roadtrip Kamil en Kim" en "Roadtrip Peter en Kim (1)".
Heeeel veel km terug verliet ik na 3 maanden werken Melbourne om de Nullabor Plain over te steken ("there is nothing, are you crazy!! Have you seen wolf creek?"). En dus voor 2,5 weken woonden Kamil en ik in een auto en een tent. Allereerst reden we (alweer..) de great ocean road. Nog altijd mooi en erg toeristisch en jammer genoeg gold de regel '3 maal is scheepsrecht' hier niet, het weer was nog slechter dan de vorige 2 keer. Maar dat mocht de pret niet drukken en vol goede moed vervolgde onze weg naar de Grampians. Daar had ik meer geluk en de zon begon op de 3de reisdag eindelijk volop te schijnen waardoor de vergezichten er vrolijk badend in het zonlicht bijlagen.
Little desert National Park was de volgende bestemming. Volgens mij ben ik daar al eerder geweest (toch Anne??), maar ik had 4 jaar geleden niet zo goed opgelet of op de kaart gekeken. Maar nu wel en het was erg indrukwekkend. Na op een camping naast een volledig uitgedroogde rivierbedding (de eerste van een hele reeks) te hebben gestaan maakten we de volgende ochtend een erg Australische wandeling: Droog, warme zon, hier en daar een kangaroe en eucalyptus bomen met hun groene blaadjes en witte basten afstekend tegen een strak blauwe hemel, Mooi!!
Na wat problemen met de auto (nieuwe achterbanden..) kwamen we die avond aan in Adelaide. Blijft elke keer weer even wennen om na een tijd in de stille natuur in een stad vol lichtjes, mensen en geluid te komen. Maar ook weer heerlijk, hakjes van onderuit de auto gevist en lekker uit eten met eindelijk weer koude wijn! En de volgende ochtend maakte ik dezelfde fout als 4 jaar terug, Het was goede vrijdag en natuurlijk was ALLES dicht. Ja, een ezel stoot zich niet 2 keer aan de zelfde steen, ik wel dus.. Jammer! Want die avond was het saaie pasta met een beetje saus uit een potje. Voor degene die mij al langer kennen dan vandaag, daar word ik niet gelukkig van! Waar ik wel gelukkig van werd was de omgeving waar ik was, Flinders ranges. We kwamen iets te laat aan (met een 2wd op onverharde weg in het donker is niet zo leuk...) maar de zonsondergang was adembenemend en de kangaroes sprongen vrolijk om ons heen.
En toen begon het echte km vreten. Via Port Augusta (je wilt er niet dood gevonden worden!! maar er was wel een supermarkt en de 'big W' waar houthakkersblouzen in alle kleuren en maten nog volop te krijgen zijn!) naar Ceduna waar we dan echt aan de Nullabor Plain begonnen. Mijn god, ik wist niet dat er zo veel niks op de wereld kon zijn! Voor bijna 2000 km zagen we niet meer dan kaarsrechte wegen (zelfs een stuk van 146,6 km rechtdoor, langste rechte stuk weg ter wereld!!), hier en daar wat boompjes, roadhouses waar je kan camperen en waar de benzine prijzen de pan uit stegen (bijna net zo duur als in Nederland..), een prachtige kustlijn, en een grens overgang waar alle ingredienten voor een overheerlijke 'bush-chillie-sin-carne' afgepakt werden (geen groenten of fruit de grens over!). Ook mensen op de fiets met erg weinig bagage, een oma in een golfwagentje, de "bus to anywhere" en bomen versiert met schoenen, flessen en plasticzakjes.
En na 3 dagen full-time in de auto was daar weer een soort van beschaving in Norseman waarvanuit we de volgende ochtend naar Esperance reden (maar 200 km, zo gepiept, toch?). In Cape le Grand National park, daar 30 km vandaan, vonden we een prachtige camping waar we even bijkwamen, door langs schitterende stranden te wandelen, te vliegeren, te pokeren met andere campinggasten, banaan-etende kangaroes te bekijken en lekker te luieren. Na 2 dagen daar te zijn geweest reden we naar Albany. Dat was 'maar' 500 km dus wij dachten dat het prima was om om 2 uur smiddags te vertrekken. Gek toch hoe je perceptie van afstand veranderd hier in Australie.. In Albany nog wat auto problemen gehad waardoor we tijd hadden om het centrum van het stadje te bekijken en er achter kwamen hoe de tijd daar had stil gestaan. Van mode hebben ze hier nog niet gehoord en ik kwam wederom recht uit de toekomst!
En toen nog het laatste stukje naar Perth, in Kelmscott op een camping gestaan waar alle campinggasten die er al jaren stonden, nieuwsgierig naar die 2 nieuwkomers met een tent stonden te kijken. Rare plek..
En na nog 1 dagje Freemantle (stadje tegen Perth aan) kwam daar op 20 april het vliegtuig van Peter aan! Na het bijslapen van de jetlag (Hij was moe! viel tijdens het eten al bijna in slaap) en de nodige boodschapjes voor onderweg begonnen we 2 dagen later aan de monstertip waarvan we nu al 6000 km hebben gereden.. (en t worden er nog heeeeel wat meer...). Ondertussen zijn we aangekomen in het warme Broome vanuit waar we de Kimberly's gaan bekijken en uiteindlijk in Darwin aan zullen komen.
Bij het vertrek vanuit Perth, na afscheid van Kamil te hebben genomen (ik vond het gezellig, je was een super reismaatje!) en na het ophalen van onze geweldig mooie bushcamper 4x4 V8 4500 diesel (voor degene die er verstand van hebben, voor de rest: Hij maakt enorm veel geluid!!), zijn we eerst naar het zuiden gereisd.
We hebben de auto een beetje leren kennen, de kust bekeken, wijn geproefd, grotten bekeken, en door de prachtige Karri bossen gereden. Ongelooflijk hoge bomen waarvan ik er een beklommen heb! Hij was 70 meter hoog en met pinnen aan de zijkant was er een soort trap omheen gemaakt, erg hoogtevreesgevoelig. Al met al was deze eerste week erg relaxed, beetje koud en heel leuk om daar ineens met Peter te zijn!
Daarna weer terug naar Perth om vanuit daar te beginnen aan de reis naar het Noorden. Waar ik me misschien het meest op heb verkeken (zelfs na de nullabor) zijn de enorme afstanden die tussen elke plaats die de moeite waard is liggen. Verder is er gewoon niks hier! Vlaktes met bomen, heel veel road-kill (zielig..) en af en toe een levende emu of koe.
De eerste stop was bij de pinacles. Hele rare limestone formaties die met z'n alle een buitenaards landschap vormen. En daar ook nummer 1 van een hele reeks spectaculaire zonsondergangen bekeken.
Na daar een dagje te zijn geweest, reden we naar Kalbarri National Park. Onderweg kregen we jammer genoeg een lekke band (natuurlijk toen ik reed..). Ons krikje kregen we niet goed onder de auto en die bleek net te kort, dus toen maar een auto aangehouden. De mannen die eruit kwamen, het kon niet beter. Lange vieze haren, baard, sigaretje erbij, vieze werk kleding en een hele lading gereedschap in de laadbak van de auto. Ze doken op de grond, gingen met hun krik aan de gang en binnen 5 minuten was het weer klaar! "see ya guyes". We waren hierdoor wel wat afgeremd en moesten die nacht in Geraldon verblijven, de kreefthoofdstad van de wereld. Heerlijke gegrilde kreeft op, oh ja, wederom bewijs wat voor een rasechte backpacker ik ben!
En de volgende middag kwamen we aan in Kalbarri. Onderweg nog hier en daar een poging gedaan om de kustlijn te bekijken, maar zodra we uit de auto stapten, werden we door hele zwermen vliegen aangevallen wat toch een beetje jammer was, tis tobben hoor hier! Na een mooi camping plekje te hebben gevonden reden we het National park in. Erg fijn dat we een 4wd hadden aangezien de weg behoorlijk 'rocky' was. We pikten 2 liftende fransen op die het met een 2wd niet aandurfden en met z'n vieren bekeken we door 'Natures window' zonsondergang nr. 2. Die avond op een van de gratis bbq's die hier overal door het land staan ons maaltje gemaakt (kangaroevlees, lekker!!).
Onze volgende bestemming was Monkey Mia, een geweldig resort. Ik was gewoon in een postkaart terecht gekomen! En daar was alweer zo'n mooie zonsondergang. Peter en ik lagen in het postkaartblauwe water een beetje te zwemmen met hier en daar een pelikaan, terwijl de lucht oranje, paars, geel, rood en roze kleurde.
De volgende ochtend vroeg opgestaan want de dolfijntjes hebben al vroeg honger! Jaja, Monkey Mia staat er bekend om dat wilde dolfijnen elke ochtend naar de kust komen om zich daar te laten voeden. Ze waren echt fantastisch! De rest van de dag was heerlijk relaxed, beetje zwemmen, op een boot gevaren, lekker gegeten en gelezen. En na de volgende ochtend weer eerst naar de dolfijnen te hebben gekeken reden we een enorm stuk naar Coral Bay.
Ons eerste dagje stelden we onze auto voor het eerst echt op de proeg. Ik was lekker een beetje aan het rijden, ging een duintje op en aan de andere kant was het zand ineens erg mul. Er af ging nog wel, maar we moesten ook weer terug het duin over... Dus hup, in de low gear en toen kwam er iets los in die auto waar zelfs ik als niet-auto-liefhebber helemaal van onder de indruk was! Peter en ik met grote ogen in de auto die ondertussen vrolijk doorploegde door en mulle zand om vervolgens over het duin te komen. De rest van de middag besloten we iets rustiger aan te doen en snorkelden we tussen het mooiste koraal dat ik ooit zag! Zooo veel kleuren en overal vissen (eindelijk kwam mijn camera goed van pas!!). Helemaal onder de indruk gingen we vroeg naar bed om de volgende dag met whale sharks te zwemmen! Het zijn de grootste vissen ter wereld (kunnen zelfs 18 meter worden), zijn volkomen ongevaarlijk en prachtig om te zien. Met z'n 20en zaten we op een boot, eerst rustig wat te varen, schildpadden te bekijken en thee te drinken totdat we signaal kregen dat er een whaleshark was gesignaleerd. Vol gas, iedereen pakken, flippers en snorkels op en in groepen van 10 mochten we het water in om te kijken. In totaal hebben we er 4 gezien waarvan de grootste 7 meter. T was geweldig!
De laatste dag bij coral bay snorkelden we nog een stuk noordelijker waar we met nog meer vissen en een schildpad zwommen en ik zag zelfs nog een haaitje! We campeerden heel wonderlijk op een echte bushcamping met enkel een dumptoilet.
Karijini National Park was onze laatste stop voor Broome. Na een flinke reisdag door een prachtig gebied (the pilbarra) kwamen we in Tom Price vanuit waar we het Park in konden. Het was geweldig. Het o zo bekende rode australische zand had ons ook eindelijk te pakken, en ik was zo dom om met mijn witte linnen broek een wandeling door een van de vele gorges in het gebied te maken, ja, en dan glij ik natuurlijk uit in en ben ik vies.
Het was een bizarre wandeling, Peter zwom het grootste deel, ik had geen bikini aan dus liep ik al klimmend door de gorge. Mooi! De uitzichten die we vervolgnes zagen en andere pools waar we in konden zwemmen waren geweldig. Karijini is tot nu toe een van mijn favorieten in Australie.
En nu zijn we weer 900 km verder en heb ik weer veel te veel geschreven. Hoe is alles daar? Blaadjes weer aan de bomen en zomerkleren weer uit de kast? Geniet van de lente!
Dikke kus, Kim
- comments