Pardoo, 30 maart 2010

Rood, groen, blauw! Dat zijn de kleuren die Australie nu voor mij kenmerken. De lucht is blauw, de struiken en bomen zijn groen en de aarde is rood: er zit hier in de Pilbarra veel ijzererts in de grond.

(De Australische economie draait voor een groot deel op dit erts dat voornamelijk naar China geëxporteerd wordt. Er staat een nieuw gigantisch mijnproject op stapel dat duizenden banen gaat opleveren, maar waarvoor waarschijnlijk wel eeuwenoude Aboriginal rotstekeningen opgeofferd moeten worden.)

We hebben een prachtige tocht gemaakt. Langs de kust omhoog naar Monkey Mia (dolfijnen), vervolgens naar Coral Bay (snorkelen met mantarays!) en daarna vanaf Exmouth (met prachtige stranden als Turquoise Bay) het binnenland in naar National Park Karijini.

Daar hebben we 3 nachten gekampeerd (vanwege de warmte en de mooie sterrenlucht heb ik 3 nachten buiten geslapen) en overdag dagtrips/wandelingen gemaakt naar mooie gorges: breuken in het landschap, die door de rivieren verder zijn uitgesleten. De wandelingen eindigden standaard in een rockpool, waar we afkoeling konden zoeken. Het is warm hier (vandaag boven de 35 graden), maar het is te dragen. We hebben een prima bus met een goede airco en daarnaast liggen we veel in het water: het strand, de rockpools en nu de pool op de camping in Pardoo, waar we net zijn aangekomen. Morgen hebben we onze laatste etappe naar Broome. Ik heb het echte Australie (de outback) geproefd nu en hoewel er ongemakken zijn zoals de warmte (en de vliegen) heb ik er nog geen genoeg van! Wordt vervolgd.