Profile
Blog
Photos
Videos
Maandag 16 november 2015
& dinsdag 17 november 2015
Op maandag hadden Stef en ik een dagje open voor activiteiten, dus hadden we besloten een tour richting Port Arthur te nemen. Op aanraden van de hostel medewerker switchten we van tour operator en of we daar nou zo blij mee waren weet ik niet.. Een man die zoveel praatte dat het leek alsof hij thuis enorm onder de duim zat. Hij maakte daarnaast ook de meest domme en onhandige grapjes; enorm provicatief, ik zat van binnen echt te broeien. Zo kwamen we er ook achter dat Australiërs en Nieuw-Zeelanders eigenlijk enorm tegen vluchtelingen zijn. Er werd de uitspraak gedaan dat integratie belachelijk is en waarom zou een land zich aanpassen aan de verschillende culturen??! Gek als je erover nadenkt. Want in zowel NZ als Australië is het land 'overgenomen' van de lokale bevolkingsgroep en hebben de 'invaders' geen seconde nagedacht over het feit dat zij zich moesten aanpassen aan de toenmalige bevolking. Zo krom allemaal. Maar in zijn ogen was Nederland (en Europa) gek om multiculturaliteit te steunen of ernaar te streven of om vluchtelingen op te vangen. Helaas was dat het begin van de morgen en moesten we daarna nog een hele dag met de beste man in een bus zitten. Yikes.
Als eerste stop van de dag liepen we een uurtje rond in Richmond. Een oud nu redelijk oninteressant stadje, maar destijds langs dé route om naar Hobart te komen en daardoor welvarend. Inmiddels is er een andere snelweg gekomen over een dijk en is Richmon vergane glorie maar mooi om doorheen te lopen. Hierna vervolgenden we onze weg richting Port Arthur; de plek in Tasmanie waar alle convicts vanuit Engeland naartoe gestuurd werden. Bij convicts moet je niet alleen denken aan zware misdadigers, maar ook kinderen vanaf 9 jaar die bijvoorbeeld een broodje gestolen hadden (Les Miserables all over again). Port Arthur stond bekend als een van de meest strenge 'strafkampen' van die tijd. Mensen die binnenkwamen gingen eerst isolatie in, een zak over je hoofd, geen geluid mocht er gemaakt worden en vervolgens een cel in. Als je je gedroeg ging je verder het systeem in; je kreeg educatie of leerde een ambacht. Als je niet krankzinnig werd van je tijd in Port Arthur, kon je jezelf tot geschoold persoon of ambachtsman ontwikkelen. Eaglehawk Neck, de versmalling op het eiland van Port Arthur, was de ultieme natuur creatie om ontsnappingspogingen te voorkomen. Op dit smalle stukje land werden honden geplaatst (en een paar in het water), 22 honden in totaal. Engelse mensen in die tijd konden niet zwemmen (niet mensen in het algemeen, want later las ik ergens dat Aboriginal vrouwen juist uitstekend waren in zwemmen!), maar als je de poging waagde waren er ook nog wat soldaten die je op stonden te wachten. Kortom, allemaal redelijk lastig!
Tussen Eaglehawk Neck en Port Arthur hadden Stef en ik als enige uit onze bus van 6 een stop bij de Tasman Unzoo: een zoo met tasmanian devils, kangoeroes, feedings van tasmanian devils en wat andere beestjes. En dit was denk ik het hoogtepunt van de dag voor ons allebei! De kangoeroes waren aan mensen gewend en hopten dus (met mini's in de buidel) gewoon langs je heen. Je kon ze ook aaien of ernaast gaan liggen. Awesomeness! In de Unzoo waren ook wat tasmanian devils. Bij de feeding kreeg de devil een heerlijk behaarde wallabypoot. Tasmanian devils zijn van nature hele slechte jagers; slechte ogen en ze maken nogal wat lawaai, wat betekent dat ze voornamelijk voor roadkill of reeds dode dieren gaan. We hoorden het bot kraken terwijl de devil op z'n wallabypootje zat te munchen, ieh. Hierna werden ook Stef en ik gedropt in Port Arthur waar we een walk konden doen op eigen houtje en met plattegrond en hierna zou een korte cruise volgen. Na alle verhalen van Jude, maar ook na al mijn bezoeken aan de concentratiekampen in Europa en de Killing Fields in Cambodja zag dit er toch nog redelijk beschaafd uit. Begrijp me niet verkeerd, het was vast en zeker vreselijk om er te zitten! Maar mensen lagen niet in hun eigen plas bloed op de grond aan hun stalen bedframe geketend. Misschien had ik meer wreedheid verwacht; een eng gegeven als ik nadenk hoe je perspectief van horror zo langzaam verschuift.. De cruise was weinig soeps, een enorme tegenvaller. Van onze praatgrage tourguide hadden we gehoord dat we geen tijd hadden voor de introductory walk of audioguide. Maar wat heb ik spijt dat ik daarnaar geluisterd heb. Je mist daardoor het grotere kader/de context waarin je alles kan plaatsen. Wat ook nog een weetje is van Port Arthur is dat in 1996 iemand een wapen mee nam naar de Historic Site Port Arthur en mensen begon neer te schieten. Een van die verhalen die je tegenwoordig te vaak hoort, helaas. Het was dé reden voor Australie om de wet rond wapenbezit aan te scherpen.
De dag sloten we af met een bezoekje aan Tasman National Park, met Devils Kitchen, een mooi uitzicht met heel duidelijk ook het roze alg in de zee. Over de jaren heen zal dit stukje Tasmanie waarschijnlijk meer gaan lijken op een van de apostelen van de Great Ocean Road. Vlakbij Devils Kitchen bevindt zich een stad waarin elk huisje zichzelf een naam heeft gegeven met Doo. Helaas krijg je dan huisjes als Doo Us or Doo Me. Maar er zijn leukere als We Doo, Doo Come In of Didgeri-Doo.
Op de weg terug naar huis besloot de tourguide nog een mooie documentaire te laten zien over Tasmanian Devils. Blijkbaar is er een park in Noord Tasmanie, waar ze de Tasmaanse Duivels proberen te laten wennen aan mensen. Naar mijns inziens geen geweldig idee, maar goed. Het programma werkt en als je een arm uitsteekt of een devil aait, gaat dat allemaal goed zonder te eindigen als de behaarde wallabypoot waar ik het eerder nog over had.
Na de tour besloten Stef en ik nog even de stad in te duiken, want er zijn hier award winning whisky's. Nou drink ik die natuurlijk niet (I tried a sip; but me still no likey), maar Stef wel! Dus Stef een proeverij en ik aan de cocktail bij The Nant! Dat was een mooie afsluiting van de dag; Stef en ik kunnen samen erg om dingen lachen en hopelijk blijft dat ook zo.
- comments